7 Apr 2017 – 18:00
Lezing: Het werk van Patricia Kaersenhout en Charl Landvreugd
De leerstoel Nederlands-Caraïbische Letteren van de Universiteit van Amsterdam (prof. dr. Michiel van Kempen) en Framer Framed organiseren in maart/april 2017 een reeks open lezingen, waarin wordt ingegaan op de invloed van het kolonialisme en Nederlands imperialisme op (de relatie tussen) literatuur en beeldende kunst in de voormalige Nederlandse koloniën.
Het programma op 7 april bestaat uit twee verschillende artist talks: van kunstenaar Patricia Kaersenhout en kunstenaar Charl Landvreugd. Zij verhouden zich in hun werk allebei tot de Afrikaanse diaspora in relatie tot onderwerpen als het koloniale verleden, (zelf-)identificatie, het zwarte lichaam, cultureel erfgoed en de rol van kunst en verbeelding.
Patricia Kaersenhout is een visueel kunstenaar, cultureel activist en womanist, geboren in Nederland van Surinaamse ouders. In haar werk richt ze zich op het kolonialisme in relatie tot haar eigen opgroeien binnen een West-Europese cultuur. Zo onderzoekt ze onder andere dekoloniale esthetiek, wat inhoudt dat kritisch wordt gekeken naar hoe binnen Westerse esthetiek categorieën als schoonheid en representatie elk gesprek over de waarde van kunst domineren. Zij toont aan wat de invloed hiervan is op ons denken in tegenstellingen, en legt hiermee de tegenstrijdigheden van ons koloniale verleden bloot. Verbeelding en kunst zijn voor haar persoonlijk bovendien manieren om het trauma van de koloniale onderdrukking beter te kunnen begrijpen en te verwerken.
Charl Landvreugd is een visueel kunstenaar, curator en onderzoeker, geboren in Suriname en opgegroeid in Nederland. In zijn lezing gaat hij in op zijn huidige onderzoek ‘Imagining Afropea’ aan het Royal College of Art in Londen, waarin hij specifiek kijkt naar de Afro-Nederlandse gemeenschap en de weerslag van die gemeenschap op de beeldende kunst. Over ‘Afropea’: “Afropea is voor mij een culturele ruimte, waarin mijn verschillende afkomsten – Surinaams, Nederlands en die ‘tussenruimte’ – intact worden gelaten. ” (Charl Landvreugd in Vice Creator’s Project, 3 januari 2017).
Volledige lezingen:
Patricia Kaersenhout
Geboren in Nederland uit Surinaamse ouders, maak ik een artistieke reis waarin ik de betekenis onderzoek van onzichtbaarheid als gevolg van de Afrikaanse diaspora en kolonialisme in relatie tot mijn opvoeding in een West- Europese cultuur. De politieke rode draad in mijn werk roept vragen op over veranderingen binnen de huidige Afrikaanse diaspora in relatie tot feminisme, seksualiteit, racisme en de geschiedenis van de slavernij. In mijn werk onderzoek ik Dekoloniale esthetiek welke zich afvraagt waarom binnen Westerse esthetiek categorieën als schoonheid en representatie iedere discussie over kunst en zijn waarde heeft weten te domineren. In welke mate deze categorieën bepalen hoe wij over onszelf denken; wit of zwart, hoog of laag, sterk of zwak, goed of slecht. En hoe dezen de tegenstrijdigheden van een koloniaal verleden zichtbaar maken. Moderniteit is een gevolg van het kolonialisme waaruit de overheersende gedachte is voortgevloeid dat kennis vergaren via logica van het hoofd gebeurd, waardoor hoofd en lichaam van elkaar gescheiden worden. Binnen de Caribische cultuur is kennis vergaren een synthese tussen lichaam en geest. De geschiedenis van voorouders wordt ook via het lichaam doorgegeven aan volgende generaties. Ik draag ‘belichaamde herinneringen’ in mij mee van verzwegen en genegeerde geschiedenissen van mijn voorouders. Om het trauma van de koloniale onderdrukking goed te kunnen begrijpen en te verwerken, is het voor mij belangrijk om te luisteren naar deze geschiedenissen en ze te verbeelden.
Charles Landvreugd – Notes on Imagining Afropea
The title of this presentation refers to a form of imagining that takes place from a personal and artistic subject position. Imagining, it is assumed, is always a given feature of creativity and inevitably culturally hybrid. In Landvreugd’s practice as an artist, he complements his visual work by exploring a sense of belonging, processes of identification and self–identification, and by positing the significance of his creative endeavours in relation to that of his peers. In this presentation he teases out the relevant artistic subject positions that may be taken by artists in a European setting, specifically in the Netherlands. Pushing the boundaries that result from historical circumstances, the discussion shows that turning toward the imagination is a means to explore how distinct cultures are coalescing, in order to model a new artistic environment that lies beyond an older critical concern with the processes of representation. Dutch artists of the African diaspora, such as Landvreugd, are producing works shaped by different cultural heritages and media cultures. Their creative explorations have resulted in new subjectivities that are diasporic and belong to a wider transatlantic Afro community and yet, at the same time, have a direct bearing on the Netherlands. The changing nature of cultural difference implied in such a process constitutes a field of conceptualisation that may be described under the provisional heading of ‘Afropea’.
Overige lezingen in deze serie:
5 april: Rose Mary Allen – Oral history as autobiography: Exploring Curaçaoan-Cuban intra-Caribbean migration narratives
11 april: Sara Blokland – About the Srefidensi project, photo archives and memory & identity
14 april: Paul Faber – Moderne kunst in het Caraïbisch gebied
19 april: Iwan Sewandono, on Indonesian painters in the 20th century
21 april: Ellen de Vries – Nola Hatterman & de kunst in Suriname
Koloniale geschiedenis / Caraiben / Gedeeld erfgoed /