Over de rol van kunst in een globaliserende samenleving

Framer Framed

Opening of the exhibition, Really? Art and Knowledge in Time of Crisis (2024) at Framer Framed, Amsterdam. Foto: © Maarten Nauw / Framer Framed.

Kuns in tijden van desinformatie

In hun curatoriële inleiding voor de tentoonstelling Really? Art and Knowledge in Time of Crisis (2024) onderzoeken Mi You en David Garcia hoe kunstenaars de uitholling van vertrouwen in kennis en de opkomst van desinformatie door middel van onderzoeks- en kritische praktijken aanpakken.

De tentoonstelling Really? Art and Knowledge in Time of Crisis brengt een beweging van kunstenaars voor het voetlicht die in hun praktijk de veranderende relatie tussen kennis en politiek centraal stelt. Veelal combineren zij een databewuste ‘onderzoeksesthetiek’ met een krachtige ‘esthetiek van verzet’. Hun werk heeft meer bekendheid gekregen in een tijd waarin autocratische, reactionaire populisten geavanceerde vormen van desinformatie gebruiken om strategische wijze twijfel te zaaien. Dit is effectiever dan traditionele vormen van staats- en bedrijfspropaganda, omdat het suggereert dat het zoeken naar de waarheid zelf zinloos is geworden. Het ondermijnt zo de ruimtes van de publieke rede waarin we de waarheid tegen de macht kunnen spreken.

“Ondanks alle voordelen heeft het internet geleid tot een epistemologische crisis van ongekende omvang die de weg baant voor de internationale opkomst van demagogen en reactionaire populisten.”
—Mark O’Connell, New Statesman (juli 2019)

Opvallend in dit citaat is dat Mark O’Connell ervoor kiest om de hachelijke situatie waarin we verkeren niet te karakteriseren als een politieke, culturele, economische of zelfs ecologische crisis, maar als een ‘epistemologische’ crisis, een kenniscrisis. Een indicatie van deze verergerende staat van zijn is de manier waarop een nieuwe generatie kwaadwillige bedrijfs- en overheidspartijen traditionele vormen van propaganda omzeilen. In plaats daarvan gebruiken zijn vormen van desinformatie die verder gaan dan eenvoudig bedrog en creëren ‘zones van onzekerheid’ of ‘grijze gebieden’. Gevestigde normen voor onderwerpen zoals klimaatverandering, migratie, armoede, ras en seksuele identiteit worden niet zozeer weggewuifd door concurrerende verhalen, maar systematisch in twijfel getrokken door middel van verduistering, ironie, ontkenning, ontheemding en afleiding. Het betreft niet slechts misleiding of een strijd tussen concurrerende verhalen, maar een oorlog tegen kennis.

AS IF: THE MEDIAKUNSTENAAR AS TRICKSTER

Er staat veel op het spel omdat deze staat van zijn direct in ons leven voelbaar is door de opkomst van sociale ongelijkheid die zo diepgeworteld zijn dat we het niet alleen maar met elkaar oneens zijn; we delen niet langer dezelfde realiteit. Het is een toestand die zich gedurende tientallen jaren heeft opgebouwd. Voor ons was het in 2017 al onderwerp van een eerdere tentoonstelling bij Framer Framed, getiteld As If: The Media Artist as Trickster, met kunstwerken die het medialandschap infiltreren met tricks, trucjes, voorwendselen en andere tactieken waarbij de rollen zijn omgedraaid en de zwakken in de schoenen staan van de sterken in een ongelijke strijd om het collectief bewustzijn. De titel van de tentoonstelling benadrukte de praktijk van deze tactische bedriegers, die niet slechts om verandering riepen, maar die deden alsof (‘as if’) de verandering al plaats had gevonden.

We begonnen de slogan ‘Fiction as Method’ te gebruiken om deze tactieken onder de aandacht te brengen. Paolo Cirio, een van de kunstenaars in de tentoonstelling, was het hier echter niet mee eens; hij vond het geen goede omschrijving van zijn (kunst)praktijk. Zijn benadering berustte daarentegen op een vorm van datagedreven realisme dat nieuwe manieren bood om de waarheid tegen de macht te spreken. In de jaren die volgden op As If is de behoefte aan kunst die zich inzet voor een nieuwe politiek van de werkelijkheid alleen maar verder aangewakkerd. Het waren de diepe complexiteit en nuances van deze discussie die het uitgangspunt vormden voor de tentoonstelling Really? Art and Knowledge in Time of Crisis.

INVESTIGATIVE AESTHETICS

In 2016 maakte curator Tatiana Bazzichelli een belangrijke stap toen zij een empirische benadering van artistiek onderzoek benadrukte door te kijken naar de esthetiek van het ‘klokkenluiden’, of “kunst als bewijs,” zoals zij het noemde. Bazzichelli’s evenement, CITIZENS OF EVIDENCE, was belangrijk omdat het de impact van grassroots-gemeenschappen en burgers verkende die onderzoek gebruikten om onrechtvaardigheid, corruptie en machtsongelijkheden aan het licht te brengen.

Deze realistische benadering werd uitgewerkt door Paolo Cirio, die het begrip ‘Evidential Realism’ (“Bewijsmatig Realisme”) introduceerde. Meestal verwijst deze term naar kunstenaars die het verzamelen van gegevens combineren met data-analyse en digitale beeldbewerking om zo complexe sociale systemen voor algemeen progressieve, maatschappelijke doeleinden te belichten. Cirio beschrijft hoe de “kunstwerken die zoeken naar de waarheid […] het idee van bewijs en zijn representatievormen verkennen”. Het is opmerkelijk dat dit wellicht de eerste volledige, op onderzoek gerichte hedendaagse kunststroming is waarin gebruik wordt gemaakt van expliciet empirische methodologieën.

Wetenschappelijk realisme dat in de kunst wordt toegepast voor progressieve doeleinden is niets nieuws. Voorbeelden van de ‘evidential movement’ bestonden al in het 19e-eeuwse naturalisme, dat zich bewust baseerde op empirische methoden. Een van de duidelijkste voorbeelden vinden we in de literaire theorie en praktijk van Émile Zola, die hij ontwikkelde in teksten zoals Le Roman expérimental, waarin een geïdealiseerde versie van de wetenschappelijke methode in de kunst toegepast wordt om tot maatschappelijke vooruitgang te komen. Kunstenaars als Courbet en romanschrijvers als Dreiser en Zola waren geen toeschouwers: ze waren maatschappelijk geëngageerd. Het 19e-eeuwse naturalisme was zowel een politiek project als een onderzoeks- of esthetisch project. Deze tentoonstelling en de discussies die ermee gepaard gaan, proberen een antwoord te vinden op de vraag: wie zet hun werk vandaag de dag voort?

WETEN EN NIET-WETEN

Hoewel Evidential Realism een belangrijke reactie is op de opkomst van populistische demagogen, zijn we ons er terdege van bewust dat deze beweging ook risico’s met zich meebrengt. De nieuwe realisten overtuigen niet alleen door middel van bewijsvoering en analyse, maar ook door de uitgebreide visualisatie van data-analyse; dit werk heeft de neiging een aura van het onomstootbare uit te stralen. Het is een beeldtaal die een krachtige esthetische aantrekkingskracht heeft voor modernistische gevoeligheden. Maar met welk doel? Hebben we niet geleerd om sceptisch te zijn over alles wat lijkt op universeel en ongecompliceerd wetenschappelijk empirisme? Het tegenargument is dat deze nieuwe realisten, ondanks de risico’s, een strijdlustig antwoord bieden op de veelgehoorde beschuldiging dat hedendaagse kunst deel uitmaakt van een breder cultureel relativisme dat het geloof in de waarheid heeft verloren. Deze tentoonstelling kan gezien worden als een ruimte waarin deze beweringen en tegenargumenten verkend en betwist kunnen worden.

We kunnen het in deze context niet over kennis hebben, als we niet ook kijken naar de manier waarop gegevens geclassificeerd en geordend worden. Tot op de dag van vandaag zijn beschrijvingen van de natuurlijke wereld nog steeds gebaseerd op de 18e-eeuwse Linneaanse taxonomie, met zijn onderscheid tussen het genus en soort. Ondanks dat het nog steeds dominant is, wijst plantkundige Adam Rutherford ons erop dat het een pre-Darwiniaans systeem is, gebaseerd op biologische wetenschappen die teruggaan op Aristoteles’ rigide en hiërarchische scala naturae; de ‘grote keten van het leven’. Het meest kwalijke kenmerk van het Linneaanse classificatieschema kwam echter naar voren in de twaalfde editie van Systema Naturae. Hierin verdeelt Linnaeus de homo-sapiens onder in vier verschillende subgroepen of ‘rassen’, waarbij hij aan elke subgroep gedragskenmerken en waardeoordelen toeschrijft die in welke tijd dan ook duidelijk racistisch zijn. Dit zou kunnen worden gezien als de geboorteplaats van de verderfelijke cultus van wetenschappelijk racisme, die ingezet werd om de ergste verschrikkingen van de daaropvolgende eeuwen te rechtvaardigen, waaronder kolonialisme, massamoord, de Shoah en slavernij.

Ook onze eigen wereld, verstrikt als ze is in algoritmische berekeningen, is niet onbekend met taxonomische hiërarchieën waarvan de werking alarmerend geheimzinnig en ondoorzichtig blijft. En even gevoelig voor het verstevigen van sinistere machts- en kennishiërarchieën die silo’s en feedbackloops versterken, terwijl ze bijdragen aan het algemene verlies aan vertrouwen in de instellingen die het zouden moeten ‘weten’.

ARTISTIEK ONDERZOEK VOORBIJ DE ACADEMIE EN DE KUNSTWERELD

Ondanks dat ze onder druk staan, blijven belangrijke instellingen onaangeroerd en vormen zij de basis voor veel ontwikkelingen in kunst en onderzoek dankzij de gecombineerde middelen en de legitimerende kracht van de kunstwereld en de academie. Kunsthistoricus Claire Bishop schreef, “Hoewel op onderzoek gebaseerde kunst een mondiaal fenomeen is, is het onlosmakelijk verbonden met de opkomst van doctoraatsprogramma’s voor kunstenaars in het Westen, met name in Europa, in het begin van de jaren 1990”.

Het wellicht best ontwikkelde voorbeeld in dit domein, van een positieve rol voor de academie, is Forensic Architecture. Deze belangrijke groep is gevormd als een onderzoekscentrum aan Goldsmith’s University in Londen. In deze institutionele context is er steun voor een kritische massa van interdisciplinaire onderzoekers, waaronder journalisten, architecten, 3D-modelleurs, animators, programmeurs en advocaten, die zich met meerdere projecten tegelijk bezig kunnen houden. Deze buitengewone combinatie van disciplines en experimentele methoden boekt regelmatig resultaten die niet alleen gerespecteerd worden in juridische en journalistieke kringen, maar die tevens te zien zijn in belangrijke kunstinstellingen over de hele wereld. Het is echter geenszins een universeel of typerend voorbeeld. In zijn invloedrijke boek Knowledge Beside Itself wijst kunsthistoricus Tom Holert op de sterke en problematische wisselwerking tussen het toenemende belang van kennisproductie in de hedendaagse kunst en de gelijktijdige opkomst van de mondiale kenniseconomie. Holert stelt dat kunst door deze transformatie een belangrijke rol heeft gekregen in hedendaagse kennisvorming.

In haar essay, Aesthetics of Resistance? Artistic Research as Discipline and Conflict, sluit kunstenaar Hito Steyerl zich bij Holert aan en belicht zij de risico’s van academische institutionalisering. Ze onderstreept het feit dat kunstenaars waarschijnlijk zullen merken dat zij “medeplichtig zijn aan nieuwe productiewijzen binnen het cognitieve kapitalisme”. Steyerl stelt ook dat deze risico’s slechts een onderdeel vormen van een groter geheel en afgewogen dienen te worden tegen een parallelle geschiedenis van artistiek onderzoek die bekeken kan worden vanuit het perspectief van mondiale bewegingen van strijd en emancipatie uit de 20ste eeuw. Deze onderbelichte langetermijnvisie op artistiek onderzoek wordt door Steyerl op nuttige wijze gekarakteriseerd als een esthetiek van verzet.

De kunstenaars/onderzoekers in de tentoonstelling Really? Art and Knowledge in Time of Crisis hebben elk een specifieke manier gevonden om een esthetiek van verzet te belichamen. Ze doen dit bovendien in de context van gelaagde discussies over wat het betekent om te weten en niet te weten binnen de fragmentatie en relativering van kennis in een multipolaire wereld.

De voornaamste uitdaging waar we allen mee geconfronteerd worden, is en blijft hoe we de gevolgen van het leven te midden van een kenniscrisis en een crisis van de politiek, twee kanten van dezelfde medaille, kunnen identificeren en verlichten. Het doel van de tentoonstelling is om een ruimte te creëren voor praktisch redeneren, waarin wordt onderkend dat kennis geen nulsomspel is. In zoverre we feiten in het publieke domein kunnen en zouden moeten controleren, terwijl we tevens leren om de grenzen van ons weten te herkennen.



Kunst en Activisme / Curatorial Text / Koloniale geschiedenis / Politiek en technologie /

Exposities


Expositie: As If - The Media Artist as Trickster

Over politieke mediakunst waarin verschillende vormen van misleiding centraal staan, samengesteld door Annet Dekker en David Garcia ism Ian Alan Paul

Agenda


Opening: Really? Art & Knowledge in Time of Crisis
Opening van de tentoonstelling over de commodificatie van kennis en onwetendheid, samengesteld door Mi You en David Garcia

Netwerk


Mi You

Academicus en curator

David Garcia

Kunstenaar, academicus