Taring Padi, Solidariteit in de publieke ruimte - door Kerstin Winking
Dit voorjaar deed ik mee aan de Wayang Kardus-workshop, georganiseerd door kunstenaarscollectief Taring Padi in kunstruimte Framer Framed in Amsterdam. Naast schaduwpoppen (wayang) maken van karton (kardus) bestond de workshop uit urenlang rondhangen met mensen uit de buurt en de kunstgemeenschap onder het genot van een gesprek, eten en drinken, en livemuziek. De thuisbasis van Taring Padi is Yogyakarta, maar leden van het collectief organiseerden in aanloop naar de deelname aan documenta fifteen in Kassel, ook een serie Wayang Kardus-workshops in het buitenland. Maar weinig deelnemers aan deze vrolijke bijeenkomst in Amsterdam vermoedden in eerste instantie dat het evenement is geworteld in meer dan 20 jaar radicaal politiek activisme via kunst. Er was geen achtergrondkennis nodig om aan de workshop deel te nemen, want de missie van Taring Padi is mensen van alle niveaus te onderwijzen over op pacifistische leest geschoeid activisme, met inclusie als leidende gedachte.
Om de aanwezigen vóór de workshop wat context te geven vertelde historicus Alexander Supartono iets over de werkwijze van Taring Padi, dat wayang kardus gebruikt als een manier om openbaar verzet te plegen tegen onderdrukking door de staat. Ze doen dat al sinds de oprichting van de groep, halverwege de jaren 90, tijdens de laatste jaren van de Nieuwe Orde van Suharto (1968-98) in Indonesië. De kartonnen poppen zijn cruciaal voor hun massale acties, omdat ze, in de woorden van Taring Padi dienen om: “protest en verlangen te verwoorden; het aantal deelnemers te ‘verdubbelen’; voor een levendige sfeer te zorgen; bescherming te bieden tegen de hitte van de zon,” en “bescherming te bieden tegen de fysieke agressie van het beveiligingspersoneel.” Deze lijst met functies van de wayang kardus getuigen van de hands-on ervaring van het collectief met geweldloos protest in instabiele situaties, zoals de Indonesische Reformasi in 1998, het moment waarop de militaire dictatuur van Suharto ten einde kwam en het post-Suharto-tijdperk begon.
Vóór de workshop had ik het artikel Of pigs, puppets and protest (2000) over Taring Padi gelezen. Dat stuk was geschreven door een van de eerste leden, de wetenschapper Heidi Arbuckle. Ze schrijft dat de protest-wayang van het collectief voortborduurt op de populariteit van wayangtheatervoorstellingen op Java. Maar in tegenstelling tot de traditionele wayang, waarin een poppenspeler (dalang) de stem doet van alle poppen, heeft in de voorstellingen van Taring Padi elke pop een eigen stem. Deze meerstemmigheid hoe belangrijk collectiviteit is voor de groep, niet alleen tijdens protesten, maar ook als organisatie. Supartono vertelde me vertelde dat Taring Padi al meer dan 20 jaar bestaat zonder juridische vertegenwoordiging of een of andere directeur. In plaats daarvan werken ze met activiteitencoördinatoren. Beslissingen worden altijd collectief genomen, ook al zorgt dat proces soms voor onenigheid binnen de groep. Vertrouwen is de lijm die ze hoe dan ook bij elkaar houdt.
Tijdens de workshop sprak ik met Hestu Setu Legi, ook een van de eerste leden van Taring Padi, die tijdelijk in Berlijn woont. We spraken over de beginjaren van het collectief. “In het begin,” vertelde hij, “kwamen we allemaal bij elkaar in de studentenbeweging, uit allerlei verschillende richtingen, maar met dezelfde gevoelens over de toekomst en een droom om iets anders voor elkaar te krijgen met deze beweging in Indonesië. We vonden dat we een cultuur- en kunstorganisatie moesten opbouwen.” Tussen de 20 en 30 leden verzamelden zich in het leegstaande gebouw van de Akademi Seni Rupa Indonesia (ASRI, Kunstacademie van Indonesië), dat ze een paar jaar voor de val van Suharto in 1998 hadden gekraakt. De meesten van hen waren student aan het Institut Seni Indonesia (Kunstinstituut van Indonesië), de opvolger van ASRI, dat naar een andere buurt was verhuisd. Supartono herinnerde me eraan dat Indonesië in de tijd dat Taring Padi werd opgericht, nog een echte politiestaat was, waar officiële bijeenkomsten aan staatscontrole onderhevig waren. In die context beschouwde men nongkrong nog als iets subversiefs.
In een beknopte vertaling betekent het Indonesische woord nongkrong rondhangen of chillen. Het verwijst naar een manier om samen een fijne tijd door te brengen, te drinken, te roken en te praten zonder specifieke agenda. Nongkrong is een uitwisseling van gedachten en een alledaagse activiteit waar mensen in Indonesië de tijd voor nemen. Nongkrong kan leiden tot verdere actie, maar dat hoeft niet. Voor Taring Padi kwam er meer dan 20 jaar van engagement vrij in de context van het Indonesië na Suharto en soms in internationale contexten. Eerder richtten ze met hun werk de pijlen op het militaire regime van Suharto en het militarisme in het algemeen, maar al snel werd er ook geprotesteerd tegen milieuvervuiling, racisme en discriminatie. Ook pleitten ze voor gendergelijkheid, LGBTQ+ en vrouwenrechten, en het recht om je kritisch uit te laten over religieuze intolerantie. Maar ze schroomden ook niet om maatschappelijke trauma’s aan de kaak te stellen, zoals de genocide in Indonesië in 1965, toen het Indonesische leger, gesteund door westerse regeringen, etnische minderheden en mensen vermoordden die ervan werden verdacht communist te zijn. Al die onderwerpen liggen tot op de dag van vandaag gevoelig in Indonesië. De kunstenaars van Taring Padi ondervinden regelmatig geweld en agressie van fundamentalisten omdat ze deze onderwerpen aansnijden.
Het spandoek uit 2005 met de slogan Bongkar Tuntas Kejahatan Suharto 1965 (Breng de hele waarheid boven tafel over Suharto’s misdaden in 1965) is een goed voorbeeld van de collectief gemaakte protestschilderijen van Taring Padi. In minutieus detail zien we Suharto gekarikaturiseerd als een reus die over de massa’s heen walst terwijl hij de Supersemar- overeenkomst (Bevelschrift van Elf Maart) in zijn hand houdt. Uit de open broek van de reusachtige generaal steken geen genitaliën, maar zien we een beeld van Sukarno, die door een van Suharto’s soldaten een pistool tegen zijn hoofd gedrukt krijgt en gedwongen wordt de controle over het onderzoek naar het geweld in 1965, en daarmee in feite het overheidsapparaat aan Suharto, over te dragen.
Het radicale collectivisme van de groep komt ook terug in de oorspronkelijke naam die de leden in 1998 kozen: Lembaga Budaya Kerakyatan Taring Padi (instituut voor mensgerichte cultuur Taring Padi). Er sloten zich sindsdien ook jongere generaties aan bij het collectief (dat ze soms ook weer verlieten). Deze jongere mensen waren kritisch over de oorspronkelijke naam en pleitten om die te veranderen in het minder formeel klinkende Kolektif Taring Padi (Taring Padi-collectief). Maar alle verschillende generaties binnen Taring Padi zetten zich actief in voor gemeenschappen in de stad en op het platteland, op eigen initiatief of op uitnodiging. Kernleden zoals Hestu Setu Legi houden de boel draaiende.
Een voorbeeld van de activiteiten van het collectief kreeg ik van Fitri DK, een kunstenaar, socioloog en lid van Taring Padi van de tweede generatie. Tijdens een actie in 2010-2011 in het dorp Siring Barat in Porong, een district in Oost-Java, protesteerde Taring Padi samen met de bewoners tegen de winning van aardgas in het gebied door het bedrijf Lapindo Brantas. Het boren had desastreuze gevolgen voor de dorpelingen en het milieu. In 2006 ontstond er door een blow-out een door de mens gemaakte ‘vulkaan’, die zorgde dat modder onder hoge druk het aardoppervlak scheurde, en er enorme modderstromen ontstonden die de huizen van mensen verzwolgden en de bodem en nabijgelegen rivieren vervuilden met zware metalen. Toen Lapindo Brantas verantwoordelijkheid bleef ontkennen, kwam Taring Padi samen met de dorpelingen in actie. Ik zag een voor dat protest gemaakt spandoek op Solidaritas tanpa Batas (Solidariteit zonder grenzen), Taring Padi’s expositie uit 2021 in Marketview Arts in York, Pennsylvania. Op het geschilderde spandoek staan de dorpelingen als een muur voor een door een modderstroom verwoest landschap. Boven hen staat de slogan Adili Lapindo, Tuntaskan Gantirugi Korban Lumpur (Breng Lapindo voor het gerecht, volledige compensatie voor de slachtoffers van de modder). Op een foto van Taring Padi van het protest in Siring Barat zie je de dorpelingen en het collectief rondlopen met hetzelfde spandoek.
Alle geschilderde protestbanners, talloze afdrukken van houtsnedes, drie kartonnen poppen, maar ook publicaties, archivale tentoonstellingsbrochures, krantenknipsels en video’s van protesten in verschillende openbare ruimtes kwamen voort uit Taring Padi’s nongkrong, waar vaak ook andere gemeenschappen aan deelnemen, zoals die in het Porong-district. Het idee voor de expositie ontstond toen de directeur van Marketview, Matthew Clay-Robison, in 2018 rondhing met leden van het collectief in Yogyakarta. Ze lieten hem een exemplaar zien van Taring Padi: Seni Membongkar Tirani (Taring Padi: kunst ontmantelt tirannie), een uitgebreide monografie, die in 2011 werd gepubliceerd. Naast uitstekende artikelen over Taring Padi bevat de publicatie reproducties van de visuele werken die door de jaren heen werden gemaakt en verzameld. Het boek vormde de conceptuele ruggengraat voor de tentoonstelling in Marketview, met indrukwekkende banieren zoals de drie bij drie meter grote Bumi Manusia (2020). Het is genoemd naar het tragische liefdesverhaal van schrijver Pramoedya Ananta Toer, dat zich afspeelt ten tijde van de koloniale onderdrukking door Nederland. We zien een half-man, half-vrouw die uit ketenen breekt die zich uitstrekken vanuit een geïndustrialiseerde, gemilitariseerde en onrechtvaardige omgeving.
Fitri DK vertelde me dat in openbare ruimtes, specifiek in Indonesië, maar ook elders, Taring Padi-kunstenaars vaak nogal opvallen door hun kleurrijke kleding en tatoeages. Daarom nemen ze bij al hun projecten de tijd om het vertrouwen van de mensen te winnen via nongkrong. Toen ze bijvoorbeeld bij het dorp Porong aankwamen, sloegen ze hun kamp daar in de buurt op. Na een tijdje werden de kinderen nieuwsgierig en maakten ze contact. Ze leerden de kinderen liedjes en niet lang daarna kwamen de ouders kijken, die ook bleven rondhangen. Meestal begint nongkrong op die manier in de dorpen. Vervolgens organiseerden ze in enkele dagen een protest in samenwerking met de dorpelingen. Omdat nongkrong zo populair is in Indonesië, zweren ook andere kunstenaarscollectieven die in het post-Suharto tijdperk zijn ontstaan, zoals ruangrupa, erbij. Als artistieke leiders van documenta fifteen richtte ruangrupa jaren vóór het evenement het ruruHaus in het centrum van Kassel in als locatie voor nongkrong. Helaas hebben fysieke nongkrong processen de afgelopen twee jaar aanzienlijk geleden onder de Covid-19-pandemie. In 2022 verwacht Taring Padi door te gaan met nongkrong en een Wayang Kardus-workshop te organiseren op documenta fifteen in Kassel. Tot wat voor soort protest dat zal leiden, gaan we nog zien.
Tekst: Kerstin Winking
Dit artikel werd oorspronkelijk gepubliceerd in Art Asia Pacific, nummer 128, mei 2022 en is opnieuw gepubliceerd met toestemming.
- Metropolis M - Solidariteit en collectiviteit: Taring Padi in Framer Framed
- NRC - Taring Padi: Kunstcollectief Taring Padi over de lessen van documenta
- Art & Market - A Conversation with Taring Padi
- Taring Padi
Links
Indonesië / Collectieven / Kunst en Activisme / Zuidoost-Azië /