Alles draait bij Framer Framed om het andere verhaal
Framer Framed toont visies en perspectieven op maatschappelijke onderwerpen, maar anders dan de meeste musea doen. Ze verdienden er bij de Amsterdamprijs een nominatie mee in de categorie ‘beste prestatie’.
De directeuren Josien Pieterse en Cas Bool van Framer Framed zitten in hun tentoonstellingsruimte in het paviljoen van de Tolhuistuin in Amsterdam-Noord. Framer Framed begon in 2009 als ‘een reizend podium’.
Een groep van curatoren maakte tentoonstellingen in musea voor moderne kunst, volkenkundige musea en erfgoedinstellingen. Die musea liepen op tegen hun grenzen, omdat de samenleving snel aan het veranderen was door migratie, diversiteit en globalisering in de kunst.
Wat kenmerkt jullie werk?
Pieterse: “Curatoren zochten naar manieren waarop andere verhalen verteld konden worden. Om alternatieven te formuleren voor het eurocentrische perspectief dat de traditioneel westerse kunstgeschiedenis kenmerkt. Vanuit deze vraagstelling zijn we wereldwijd op zoek gegaan naar andere manieren van exposities maken. Tentoonstellingen creĆ«ren die een ander verhaal over de geschiedenis in beeld brengen, die inclusief zijn in hun vertelling. Dat is kenmerkend voor Framer Framed. Veel publieksprogramma’s zijn erop gericht het publiek verschillende visies en perspectieven op bepaalde maatschappelijke onderwerpen te tonen.”
Bool: “Wat we eigenlijk proberen is de kunstcanon bevragen. We hebben roulerende curatoren omdat iedereen specifieke kennis heeft, die onmogelijk de hele wereld kan omvatten. We maken hier vijf tentoonstellingen per jaar en verschillende programma’s en tentoonstellingen op andere plekken.”
Hoe manifesteert Framer Framed zich in Amsterdam?
Pieterse: “We werken eigenlijk bijna altijd samen met allerlei partners in de stad. Niet alleen met kunstinstellingen, maar ook met veel maatschappelijke organisaties. Unseen, Amsterdam Art, Castrum Peregrini, de Museumnacht, Public Art Amsterdam, het Tropenmuseum, IISG en Atria. Maar ook met bijvoorbeeld On File, de beroepsorganisatie voor gevluchte journalisten. Met de Breitner Academie en het IJburg College en Over-Y College doen we educatieprojecten.”
Bool: “Die uitwisseling is noodzakelijk om die canon op te rekken, omdat je daarvoor kennis op andere vakgebieden nodig hebt, andere groepen aan het woord laat. En zo kan je tot vernieuwing komen. Het publiek komt ons dus overal tegen in de stad. Dat is een manier van werken die heel goed past bij wie we zijn.”
Een van de criteria voor de Amsterdamprijs is ‘creatief ondernemend’; wat doet Framer Framed om kunstĀ onder de mensen te krijgen?
Bool: “Samenwerken dus. Middelen bij elkaar leggen en coproducties maken. Deze tentoonstelling (ten tijde van het interview: A Blueprint for Toads and Snakes van de Congolees Sammy Baloji) is ontwikkeld met een Franse galerie, een commerciĆ«le partner die een financiĆ«le bijdrage heeft gedaan. Daardoor bereik je ook een grotere doelgroep.”
Pieterse: “Fondsenwerving en coproducties realiseren is een groot deel van ons werk.”
Bool: “We doen vijftig rondleidingen en vijftig publieksprogramma’s per jaar. Bijna twee per week. En we doen veel aan documentatie en kennisdeling. We hebben een videoarchief op Vimeo met 160 lezingen, we vragen mensen verslagen te schrijven van onze publieksprogramma’s, we documenteren alle tentoonstellingen uitgebreid en we maken er gratis boekjes bij.”
Wat doen jullie over vijf jaar?
Pieterse: “We hopen dan op een nog grotere bekendheid. De ambities zijn er om door te groeien en ons verder te ontwikkelen. In elke tentoonstelling zoeken we de verbinding met de stad, maar tegelijkertijd laten ze ook zien dat de wereld groter is. Met de verbinding tussen het lokale en het internationale brengen we nieuwe verhalen aan het licht.”
Bool: “Ten aanzien van deze tentoonstelling over Congo: wat bijvoorbeeld maar weinig mensen weten, is dat Nederland ook in Congo een handelspost stichtte, voor de Belgen, en dat er een belangrijke Congocollectie in het Museum van Wereldculturen ligt. De geschiedenis ligt dus dichterbij dan we soms denken.ā
Wat vindt u van de andere genomineerden voor de Amsterdamprijs?
Pieterse: “Dat zijn heel goede initiatieven en kunstenaars. Melanie Bonajo heeft met werk bij Framer Framed gestaan en een voor ons een filmscreening met Q&A gedaan. The Black Archives doet supergoed werk. Met Thami Mnyele werkten we vorig jaar samen aan een tentoonstelling voor Unseen… Maar natuurlijk hopen we dat we onszelf dusdanig relevant en zichtbaar hebben gemaakt in de stad, dat de prijs gehonoreerd wordt.”
Bool: “De jury had ook een algemene motivatie dat de genomineerden aandacht vragen voor verhalen en perspectieven die tot op heden te weinig aan bod kwamen in de kunst. Met die motivatie kunnen wij ons goed identificeren.”
Door Maarten Moll,
Dit artikel verscheen op 26 september 2018 in Het Parool