Over de rol van kunst in een globaliserende samenleving

Framer Framed

Red Yurt by Gluklya Red Yurt - To those who have no time to play (2022-2023). Foto: © Eva Broekema / Framer Framed

'Who has no time to play?' door curator Charles Esche

To those who have no time to play, van de Amsterdamse kunstenaar Gluklya (Natalia Pershina-Yakimanskaya) neemt je mee op in een associatieve reis langs vier unieke objecten. Deze zijn ontwikkeld in samenwerking met tal van anderen, waaronder Kirgizische textielarbeiders, nieuwkomers, muzikanten en schrijvers. Gluklya verteld het verhaal van globale misstanden, zoals gedwongen migratie, economische globalisering, Westers comfort en machtsmisbruik en de relatie die deze hebben tot de onderliggende waardesystemen. De curator van de tentoonstelling, Charles Esche schreef een curatorial statement voor de tentoonstellingscatalogus.

Tekst door Charles Esche
Vertaling door Irene de Craen


In West-Europese landen zoals Nederland lijken de afgelopen dertig jaar relatief rustig te zijn verlopen. Ondanks incidentele economische tegenslagen, is het leven van veel individuele burgers geleid in een veilige, beschermde omgeving waarin de middelen om te overleven grotendeels gegarandeerd zijn. Daar bovenop biedt het systeem zelfs de belofte van de vervulling van persoonlijke verlangens als een redelijke verwachting. Terwijl de dominantie van de neoliberale politieke consensus de eigenaren van kapitaal steeds meer bevoorrecht, kunnen de burger-consumenten troost vinden in het gevoel dat representatieve democratie en de rechtsstaat waarschijnlijk extreme sociale verdeeldheid of brute economische uitbuiting voorkomen. De decennia aan weerszijden van het millennium hebben de vruchten van de overwinning geplukt voor degenen die de Koude Oorlog hebben gewonnen en het leek erop dat elke significante poging om terug te keren naar een oligarchische heerschappij of de demonisering van minderheden in heel West-Europa veilig kan worden uitgesloten.

Terwijl ik dit in de zomer van 2022 schrijf, voelt het alsof een groot deel van de sociale en economische architectuur van dat dertig jaar oude systeem nog steeds standhoudt. En toch… is het niet vreemd om te suggereren dat de desintegratie van dat liberale systeem aan de gang is en sneller zal plaatsvinden dan zelfs een jaar geleden werd verwacht. De vragen waar burgers van Nederland en die van de Europese Unie vandaag de dag mee worden geconfronteerd, hebben niet zozeer betrekking op hoe dat wat gewonnen is onderhouden kan worden, maar hoe te reageren op wat daarna komt, zowel collectief (als samenleving) als door precaire/belanghebbende individuen. Er is waarschijnlijk nog een beperkt aantal keuzes voor Westerse samenlevingen, hoewel het aantal kleiner wordt. Een manier om de toekomst tegemoet te gaan, zou kunnen zijn om te kijken naar samenlevingen waar het verlies of verval van een ondersteunend sociaal contract al veel verder gevorderd is. Ter voorbereiding van hoe we ons kunnen aanpassen, zouden Europese burgers kunnen kijken naar wat zorg en welzijn; protest en hervorming; gemeenschappelijkheid en individualiteit; traditie en levenskracht betekenen voor mensen die niet hebben geprofiteerd van het relatieve gemak dat in het verleden in West-Europa gebruikelijk was.

Het probleem met die benadering is dat het de West-Europese geschiedenis en haar ingewikkelde heden negeert. Vanaf het moment van koloniale en imperiale expansie raakte Europa verstrikt met de ‘Ander’ op manieren die veel te onordelijk zijn om te negeren. Ondanks pogingen om een culturele muur te bouwen tussen verlichte moderne Europese waarden en de donkere kant van koloniale uitbuiting, kunnen de stemmen van de gekoloniseerden niet het zwijgen worden opgelegd. Het aanbrengen van een scheiding op basis van morele of culturele waarden in een systeem dat gebaseerd is op economische betrokkenheid, is gedoemd te mislukken. Elke nieuwe catastrofe in de 21e eeuw bevestigt alleen maar de vitaliteit van de verwikkelingen en de afhankelijkheid van het modern-koloniale systeem van de (historisch) onderdrukten. Het relatieve gemak dat Nederlandse burgers in de jaren ‘90 en ‘00 misschien hebben ervaren, was gebaseerd op een hele reeks destructieve systemen die de hele wereld besloeg en die op de langere termijn nooit duurzaam, laat staan sociaal rechtvaardig of ethisch aanvaardbaar zou zijn. Het is precies in het midden van dit knooppunt van verleden en heden dat de kunstwerken van Gluklya de strijd aangaan. Wat Gluklya’s werk laat zien, is niet alleen empathie voor die moeilijke waarheid, maar hoe kunst een manier kan zijn om met de beproevingen van het hedendaagse leven om te gaan en een toekomst voor te stellen die zich zonder wanhoop aanpast aan verminderde materiële veiligheid.

To those who have no time to play (2022-2023) ontvouwt zich rond vier verhalen gebaseerd op de eigen ervaringen van de kunstenaar. Elk verhaal wordt weergegeven door middel van haar eigen architecturale vorm en wijze van ontvangst. Als bezoeker van de tentoonstelling, word je gevraagd om verschillende rollen te vervullen. Je wordt een lezer, een kijker, een luisteraar, een emotioneel deelnemer, een buitenstaander midden in een protest, een collectieve aanwezigheid in een koor van naaimachines, en elke andere rol die je jezelf kunt opleggen. Er is schoonheid in de wijze waarop de tentoonstelling zich ontvouwt en hoe je aandacht wordt gevestigd op de worstelingen van andere mensen die vragen om het deel van je eigen strijd te maken, al is het maar voor heel even.

Twee Yurts
Er zijn twee yurt-achtige structuren, een koepel en een podium waarop af en toe live optredens zullen plaatsvinden. Deze worden met tussenpozen aangevuld met houten scheidingswanden waarop de tekeningen van de kunstenaar dienen als een soort visueel commentaar of gids voor de tentoonstelling als geheel. Elke structuur herbergt een andere sociale en emotionele geografie. De kleinste is een intieme ruimte waarin de twee parallelle dagboeken te lezen zijn die zijn geschreven door Gluklya en Murad, een Koerdische activist en dichter die gevlucht is naar Nederland. Ze ontmoetten elkaar toen Gluklya de mogelijkheid kreeg om, in opdracht van het openbare kunstbureau TAAK, een studio te huren in een gebouw waar een asielzoekerscentrum was gevestigd. Dit gebouw was in feite een in onbruik geraakte gevangenis genaamd de Bijmerbajes, een paar kilometer van Framer Framed. Two Diaries bestrijkt in grote lijnen dezelfde periode in 2017. De verhalen kruisen elkaar op verschillende momenten, terwijl ze twee heel verschillende ervaringen van migratie, vestiging en familie beschrijven. De plek waar je het boek kunt lezen, is geïnspireerd op Centraal-Aziatische yurts, als een manier om zowel de eigen verhalen van Gluklya als Murad te ontdoen van hun geografie en ze te mengen met die van anderen, zowel dichtbij als ver weg. Op een manier die prachtig de ervaring van migratie en hervestiging weerspiegelt, spreken de verhalen in het boek en de tekeningen aan de buitenkant van de yurt over hoe je een precair begrip tussen culturen kunt bouwen, en hoe dit altijd wordt bedreigd met mislukking of misverstanden.

De grotere yurt in deze tentoonstelling noemt Gluklya de Rode Yurt (Red Yurt), verwijzend naar de emancipatiestrijd ten tijde van de Sovjet Unie en de ambivalente impact die deze had op de vele verschillende gebieden. De yurt heeft hier een meer directe link met zijn oorsprong omdat het verhalen en kunstwerken uit Bishkek, de hoofdstad van Kirgizië toont. Het is goed om te weten dat van alle Centraal-Aziatische republieken die zijn ontstaan sinds het einde van het Russische rijk en de Sovjet-Unie, Kirgizië het minst autoritair is en het meest onderhevig is geweest aan invloed van haar staatsburgers. Deze democratische vrijheden hebben ook geleid tot een slechte economische situatie en slechte arbeidsomstandigheden. De Rode Yurt is vooral geïnspireerd door de strijd van Kirgizische vrouwen.

Aan de buitenkant wordt een rode jurk omhoog gehouden door vilten composities van organen vermengd met de organische vormen van de natuur. De vilten tekeningen zijn gemaakt in samenwerking met vrouwelijke textielarbeiders van de Felt Art Studio, Issyk-Kul. In plaats van een hoofd heeft de jurk een hand die omhoog wordt gehouden als in protest. Het symboliseert de opstandige dromen van de vrouwen, terwijl de rode tulp die op sommige kleding is genaaid, verwijst naar het symbool van de succesvolle Tulpenrevolutie van 2005. Deze buitenste laag vormt het interieur waarbinnen de verhalen die Gluklya verzamelde tijdens haar bezoeken aan Kirgizië voor een onderzoek naar post-sovjet-kolonialisme, worden gedramatiseerd door de acteur Gulmira Tursunbaeva. De verhalen vermengen de verslagen over het leven in Bishkek verteld door Samira, een naaister die de kunstenaar bijzonder goed leerde kennen, en andere die van vrouwen met oudere verhalen uit het Sovjetverleden, toen socialistische emancipatie botste met het lokale patriarchaat en de traditionele onderdrukking van vrouwen. Net als de andere textielarbeiders woont Samira niet in een yurt, maar werkt ze onder de barre omstandigheden van de binnenlandse productie in door de Sovjet-Unie gebouwde flatgebouwen in de hoofdstad. Haar taal is een mix van Kirgizisch en Russisch, waardoor Gluklya vaak woorden of halve zinnen kon verstaan, terwijl de rest voor haar vertaald moest worden. Deze indruk van het luisteren naar iets tussen muziek en taal vindt zijn weg naar de binnenmuren. Russisch is voor Gluklya zowel vertrouwd als een constante herinnering aan de aanwezigheid van een Europese keizerlijke bezetter in het hart van Centraal-Azië. Op deze manier wordt getoond dat de verwikkelingen van het verleden deels de huidige omstandigheden vormgeven, terwijl er ruimte blijft voor productieve misverstanden en oudere mythologieën hun plaats in het leven van mensen opnieuw kunnen innemen.

1 mei, Dag van de Arbeid
Rond een derde ruimte – een witte koepel die Gluklya een Melting Snowball (smeltende sneeuwbal) heeft genoemd, een precaire relatie tot de revolutionaire kasseien – worden kleren tegen de fundering gestut. Kleding is een terugkerend motief in het werk van Gluklya en deze items werden als spandoeken gedragen tijdens de 1 mei (Dag van de Arbeid) protesten in St. Petersburg van 2015-2019. Binnenin wordt een film getoond met scènes van verschillende jaren van de protesten tot het jaar dat het illegaal werd gemaakt. Op één stuk kleding staan de woorden “Queer-Peace-May“, woorden die tegenwoordig in het Rusland van Poetin ook verboden zijn. De video omringt je alsof je onbedoeld verstrikt bent geraakt in de demonstratie. De kleding bezielt de muren van de koepel en draagt de figuren in de video naar de Amsterdamse tentoonstellingsruimte en daarbuiten. Zo raken toen en nu, hier en daar verward. Op het moment van schrijven is dit nog schrijnender omdat veel van Gluklya’s vrienden in St. Petersburg de stad hebben moeten verlaten nu de aanval op Oekraïne steeds heviger en vernietigender wordt.

Antigone Update
Het laatste element is niet een afgesloten structuur, maar een podium dat zich opent naar de tentoonstellingsruimte. Op het podium zingen acht figuren om de beurt in een nieuwe versie van het klassieke Griekse toneelstuk Antigone. Antigone Update heeft de structuur van de oude tragedie behouden maar het refrein wordt verspreid onder de bezoekers opgevoerd. In deze nieuwe versie zingen de hoofdrolspelers als geesten uit het verleden en spreekt het refrein vanuit het heden. Het script is ontwikkeld in een experimentele samenwerking tussen Gluklya en Matras Platform, een informele groep migranten en reizigers van over de hele wereld die in Amsterdam wonen.

Het toneelstuk volgt in grote lijnen de plot van de originele Antigone, maar is op belangrijke manieren aangepast; bijvoorbeeld in het feit dat beide zussen plannen maken om hun broer samen te begraven. Zoals Gluklya uitlegt:

“In tegenstelling tot de individuele heroïsche daad en de geromantiseerde eenzaamheid van de enkele held, begraven Antigone en Ismene hun broer samen.”

Een andere innovatie in de update betreft het refrein dat in twee delen is gesplitst. De twaalf geklede sculpturen met naaimachines als hoofden staan in het publiek en betrekken zo de bezoekers; een tweede refrein wordt nu en dan live opgevoerd en is gebaseerd op opmerkingen en reacties van de Matras Platform-groep op de plot van Antigone. Het verhaal eindigt met het refrein dat de betekenis van het stuk in twijfel trekt, maar ook eist dat het niet eindigt in verlossing of verzoening, maar in een eenvoudige, oneindige tragedie. “Alles is terug, alles is terug, alles is terug”, roepen ze aan het einde in koor, terwijl ze het lot en de cyclus van gebeurtenissen accepteren als een manier om de wreedheid het hoofd te bieden van moderne propaganda en vooruitgang die hoop wekken om het alleen maar weer te verpletteren.

Foto: Eva Broekema / Framer Framed

Groeiende solidariteit
Hoewel tragische wederkeer en de sociale omstandigheden in Bisjkek, St. Petersburg of het oude Thebe misschien ver verwijderd lijken van de hedendaagse Nederlandse sociale verbeelding, brengt deze tentoonstelling ze volledig in beeld. Dit wordt bereikt door de intimiteit en ambiguïteit waartoe kunst in staat is om emotie en begrip te creëren uit ruw materiaal. Gluklya’s werken wekken empathie op voor hun onderwerpen en overbruggen regelmatig de afstand tussen het oude, koloniale Westen en het Oosten die media en politieke analisten nog steeds hard proberen te behouden. Door simpelweg verschillende locaties door middel van kunst in dialoog te brengen worden al verbindingen en relaties benadrukt, maar de tentoonstelling doet meer dan dat. Het is niet zomaar een reportage van elders, maar een duidelijk statement van onderlinge afhankelijkheid en de noodzaak om de zorg te delen die beperkt is tot de uitverkorenen. In licht van de vele rampen aan de horizon – de ineenstorting van het klimaat, extreme sociale ongelijkheid, de dreiging en actualiteit van oorlog – heeft het weinig zin om een hier en een daar te definiëren. De kern van deze tentoonstelling zit misschien in de realisatie dat dat gedwongen migratie, economische globalisering, Westers comfort en machtsmisbruik allemaal hand in hand gaan, en dat een verlichting van een van deze kwesties alleen kan worden bereikt door een herschikking van alle onderliggende waardesystemen. Om te begrijpen waar dit heen gaat, moeten we misschien terugkeren naar de titel van de tentoonstelling. To those who have no time to play lijkt op het eerste gezicht een gebaar naar de mensen die helemaal niet naar deze tentoonstelling kunnen komen; een oproep om hiervan kennis te nemen en dit te onthouden. Maar wat als dat niet de enige bedoeling is? Wat als de mensen die worden aangesproken precies de mensen in deze ruimte zijn; degene die deze tekst schrijft? Wat als wij degenen zijn die geen tijd hebben om te spelen, de volgzame onderdanen van Creon die nauwgezet de wetten volgen van ogenschijnlijk veilige burger-consumenten in een star, onbezorgd Amsterdam?

Om met enig optimisme af te sluiten, zou ik willen citeren wat Murad tegen het einde van zijn bijdrage aan Two Diaries schrijft:

“We zijn als een samenvatting van de gemarginaliseerden van deze wereld. Ik zeg dit niet vanuit een arabeske gevoeligheid of vanwege een depressie. Ik haat de literatuur van het slachtofferschap. Het is een objectieve lezing van de werkelijkheid… Deze mensen vluchten voor het bestuur van degenen die geen verschillen kunnen tolereren en die vrijheden alleen voor zichzelf willen behouden, ten koste van hun verlangens. De reden dat ze hier zijn, is om zo ver mogelijk weg te zijn van de onverdraagzame kuddes van deze regressieve regeringen en hun duistere werelden. Het is niet alleen wegrennen om veilig te zijn. Hier komen is een strijd en aandrang om te bestaan. En ik denk dat hierheen komen de hoop met zich meebrengt om op een dag sterker naar huis terug te keren, en meer vrijheid te hebben gecultiveerd voor degenen die om politieke redenen gedwongen zijn te migreren. Daarom is begrijpen en begrepen worden niet zo moeilijk. Het delen en de solidariteit tussen zovelen uit verschillende regio’s en culturen geeft één kracht. Als wij, de gemarginaliseerden – degenen die vervreemd zijn vanwege hun meningen, overtuigingen, etniciteit of seksuele geaardheid – opstaan, onze solidariteit versterken en ons verzet van over de hele wereld bij elkaar brengen, wat een mooie wereld zou dit zijn!”

De tentoonstelling laat me nog met een laatste vraag achter. Hoe kunnen jij en ik, beste bezoeker en lezer, ons aansluiten bij Gluklya, Murad, Samira, Antigone, de 1 mei-demonstranten en alle anderen om de langdurige solidariteit en weerstand te vinden die nodig zal zijn om deel uit te maken van die prachtige wereld? Ik hoop dat we samen een antwoord kunnen vinden voordat het echt te laat is.



Curatorial Text / Politiek Klimaat /

Exposities


Expositie: To those who have no time to play

Een solotentoonstelling door Gluklya

Agenda


Opening: To those who have no time to play
Opening tentoonstelling met kunstenaar Gluklya en een performance van Matras Platform

Netwerk


Charles Esche

Charles Esche

Curator
Gluklya at Framer Framed

Gluklya aka Natalia Pershina-Yakimanskaya

Kunstenaar