Recensie: Multiversum, een bespreking van de expositie 'Embodied Spaces'
De expositie Embodied Spaces, gepresenteerd door Framer Framed in Amsterdam, is net zo veelzijdig als compact en intiem. Bijdragende kunstenaars en de culturele identiteiten die zij in hun werk verkennen – Afrikaans, Caribisch, Zwart, Roma – reflecteren het concept van de diaspora. Er is verwarring, desoriëntatie, maar er ontstaan ook dialogen en connecties tussen de kunstenaars en de beelden die zijn samengebracht. Onzichtbare draden creëren een klein multiversum waarin vragen worden gesteld over gender en lichamen, ideologie en representatie.
Noortje Willems
27 juni 2015
De expositie Embodied Spaces (2015), gepresenteerd door Framer Framed, is net zo veelzijdig als compact en intiem. Bijdragende kunstenaars en de culturele identiteiten die zij in hun werk verkennen – Afrikaans, Caribisch, Zwart, Roma – reflecteren het concept van de diaspora. Er is verwarring, desoriëntatie, maar er ontstaan ook dialogen en connecties tussen de kunstenaars en de beelden die zijn samengebracht. Onzichtbare draden creëren een klein multiversum waarin vragen worden gesteld over gender en lichamen, ideologie en representatie.
Startpunt van de expositie is de serie quilts We Are Nobody van Patricia Kaersenhouts. ‘Een soort ground-zero,’ vertelt curator Christine Eyene. Ik kijk naar het nulpunt, het geprojecteerde punt van het begin van een explosie. Kleurig bedrukt textiel en fragmenten uit antropologische tekstboeken omlijnen stukjes zwarte stof. Dikke roze stiksels benadrukken op bijna gewelddadige wijze wat het contour van een gezicht had moeten zijn: elk doek is een portret van een onzichtbare zwarte vrouw.
Even verderop, naast Kaersenhouts collages, is midden in de ruimte een televisiescherm opgesteld waarop beelden te zien zijn uit het archief van de zwarte kunstbeweging in het Groot-Brittannië van de jaren 80: een beweging van zwarte kunstenaars die streed voor toegang tot de mainstream kunst. Ook nu lijken door hen aangekaarte kwesties nog pijnlijk relevant. Hélène Jayet, die met portretten de wereld van Afrikaanse haardracht documenteert, vertelt hoe moeilijk het is in Frankrijk haar werk tentoongesteld te krijgen. ‘Mijn werk wordt gewoon niet interessant gevonden.’ Jayets serie heeft de bewust provocatieve titel Colored Only waarmee een dialoog wordt aangegaan met een beladen verleden. ‘Het weigeren van witte mensen is racistisch, net zoals er een impliciet racisme schuilt in het gegeven dat er bij reguliere kapperszaken geen kennis bestaat over hoe om te gaan met “zwart” haar. We hebben het in Frankrijk alleen over integratie, segregatie komt in het vocabulaire niet meer voor.’
Jayet heeft haar wortels in Mali, maar werd als baby geadopteerd door haar Franse adoptieouders. ‘Zij hebben nooit geweten wat ze met mijn haar aan moesten en knipten het altijd helemaal af. Pas heel recent ben ik gaan verkennen wat ik eigenlijk met mijn haar kan, en hiermee ben ik ook de zoektocht naar mijn eigen identiteit aangegaan.’ Sinds 2010 struint Jayet de black hair scene af, om te beginnen in de wijk Chateau d’Eau in Parijs. ‘Het was moeilijk daar binnen te komen, iedereen had zoiets van: wat moet je van ons? Je hebt niet eens haar. Maar op een gegeven moment was er een kapper die me wel wilde helpen, hij realiseerde zich dat ik iets zocht, vragen wilde stellen, en heeft deuren voor me geopend. Nu weet ik hoe ik mijn haar kan dragen, en leer ik tegelijkertijd hoe moeilijk het is zwart te zijn.’ Jayet heeft haar project in Amsterdam voortgezet. Enkele foto’s, waaronder een portret van voetballer Maduro gemaakt bij haarstudio PU-MA, zijn vlak voor de opening van de expositie gemaakt en nog in de tentoongestelde serie opgenomen.
Jayets serie verwijst naar een esthetische canon die zwart haar zelden heeft erkend als iets moois. Zwart haar moest onderworpen worden aan westerse schoonheidsnormen. Langzaam komt er (weer) een beweging op die natuurlijk zwart haar steeds meer gaat waarderen en hier speelser mee omgaat. Zwarte haardracht als symbool van, en sleutel tot zwarte identiteit en de tegelijkertijd ambigue verhouding daartoe komt vaker terug in de expositie. De video-installatie ‘Afrofobia’ van Lisa Hilli gaat over de traumatische ervaring van een kappersbezoek vanuit het perspectief van een kind. Kleurrijke, kinderlijke animatiebeelden brengen een kapsel tot leven. Haar dat springt, opveert, niet stilzit. Rusteloze muziek met schelle fluittonen en dreigende trommels op de achtergrond maken het filmpje tot een nachtmerrie, een gigantische kam komt op het haar af en een tondeuse neemt de proporties en gebrul aan van een motorzaag. Tegenover Hilli’s ‘Afrofobia’ toont Cecilia Ferreira hoe ook blanke vrouwen zuchten onder het juk van opgelegde schoonheidsidealen. In haar video ‘Belle’ is te zien hoe Ferreira haar haar met krulspelden bewerkt, haar nagels inclusief de stukjes vinger eromheen met nagellak besmeurt en haar gezicht met allerhande middeltjes onderkliedert. Dit heeft niets meer met schoonheid te maken, maar grenst aan het clowneske. Wat voor veel vrouwen een dagelijks ritueel is, wordt hier misselijkmakend abject.
Het is een greep uit de tentoongestelde werken in de expositie, de lijnen die ik leg liggen soms voor de hand, of zijn ingekleurd door mijn eigen perspectief en mijn eigen vragen. Veel meer gesprekken kunnen worden aangegaan, en het gefluister kan nog lang aanhouden. Luister naar The Gender Song (2014) van Evan Ifekoya: ‘Female, hemale, shemale don’t matter. […] Knife, fork, spoon. Dick, bum, poon. It’s only bits and pieces, no different to cutlery.’ Bekijk dan de foto’s van Shigeyuki Kihara aan de andere kant van dezelfde wand. In dit drieluik poseert zij als een belle sauvage, refererend aan koloniale fotografie in de 19e en 20e eeuw. Een vrouw, denk je eerst, tot je in de derde foto een penis ziet en langzaam wordt doordrongen van het besef hoe kolonisering de diversiteit van seksuele identiteiten heeft onderdrukt en aan een binair model heeft onderworpen.
Framer Framed stelt sinds 2009 de normatieve, eurocentrische visie op kunst ter discussie. Binnen een explosie van de culturele canon zoekt Embodied Spaces naar nieuwe uitingsvormen, referentiekaders en iconen. De expositie toont werk van kunstenaars die hun sporen verdiend hebben en een breed publiek zal aanspreken, maar waarin de radicale boodschap desalniettemin stevig overeind blijft staan.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op de gebiste van Tijdschrift LOVER en is met toestemming overgenomen.
De expositie Embodied Spaces is samengesteld door Christine Eyene (Frankrijk/Kameroen/Verenigd Koninkrijk) en toont werk van vrouwelijke kunstenaars die zich verhouden tot het thema feminisme, queer en culturele identiteit en toont werk van: Delaine Le Bas (Groot-Brittannië/Roma), Tara Darby (Verenigd Koninkrijk), Jeannette Ehlers (Trinidad/Denemarken), Cecilia Ferreira (Zuid-Afrika), Lisa Hilli (Papua Nieuw-Guinea/Australië), Evan Ifekoya (Nigeria/Verenigd Koninkrijk), Hélène Jayet (Mali/Frankrijk), Patricia Kaersenhout (Nederland), Euridice Kala (Mozambique/Zuid-Afrika), Shigeyuki Kihara (Samoa/New-Zeeland), Ope Lori (Verenigd Koninkrijk), Ronke Osinowo (Verenigde Staten), Susan Walsh (Verenigd Koninkrijk) and Alberta Whittle (Barbados/Zuid-Afrika).
Embodied Spaces (18 juni t/m 26 juli, 2015) kwam tot stand op initiatief van Framer Framed in samenwerking met het Making Histories Visible project van University of Central Lancashire en is mede mogelijk gemaakt dankzij steun van het Mondriaan Fonds.
Afbeeldingen
Video still uit ‘Images and conversations from the 1980’s’ door Susan Walsh (2011),
Foto’s uit serie ‘Colored Only’ van Hélène Jayet (2010-ongoing),
Video still uit ‘Belle’ door Cecilia Ferreira (2014).
- Tijdschrift Lover
Links
Feminisme / Caraiben / Diaspora / Fotografie / Queer /