Over de rol van kunst in een globaliserende samenleving

Framer Framed

Tentoonstellingsoverzicht, How Far How Near (2014). Foto: Gert-Jan van Rooij

Expositie: How far how near - de wereld in het Stedelijk

HOW FAR HOW NEAR – De wereld in het Stedelijk (19 sep 2014 – 1 feb 2015) is een pleidooi voor meer aandacht voor kunst uit regio’s buiten Europa en Noord-Amerika. Het startpunt voor dat pleidooi is een selectie uit de collectie van het Stedelijk Museum, Amsterdam. Naar aanleiding van een aantal recente aanwinsten van Afrikaanse kunstenaars, onder wie Dorothy Amenuke, Meschac Gaba, Abdoulaye Konaté en Billie Zangewa, staat één vraag centraal: waarom was het collectie- en tentoonstellingsbeleid van het museum vaak zo geografisch beperkt?

Met een brede keuze uit de historische en hedendaagse collecties van het Stedelijk, en met nieuwe werken die Lidwien van de Ven en Godfried Donkor speciaal voor de tentoonstelling maken, geeft HOW FAR HOW NEAR de aftrap voor een discussie die fundamenteel is in de context van de huidige globaliseringstendenzen in de kunst.

Directeur Beatrix Ruf: “Het is belangrijk om diepgaand te investeren in onderzoek naar collecties en de vele verborgen verhalen die ze in zich dragen. Op die manier kunnen we onze kennisproductie verder ontwikkelen. De taak van museale instituten is niet alleen om hun collecties fysiek maar ook mentaal uit te breiden. Welke andere geschiedenissen schuilen er achter de werken? HOW FAR HOW NEAR laat zien hoe de werken uit de collectie van het Stedelijk nieuwe dialogen kunnen stimuleren. Dat vind ik een cruciaal onderwerp.”

Een belangrijk ankerpunt voor de presentatie is de historische ‘blockbuster’ Moderne Kunst – Nieuw en Oud uit 1955, toen in de gloednieuwe Nieuwe Vleugel van het Stedelijk te zien. Hierin werden werken van moderne kunstenaars als Klee, Picasso, Lipschitz en Mondriaan getoond te midden van Afrikaanse maskers, Polynesische boombastschilderijen en gedecoreerde schilden uit Papua. De tentoonstelling onderstreepte daarmee dat abstractie en expressionisme, oftewel moderne kunst, niet gebonden was aan een bepaalde tijd of plaats, maar een universeel gegeven was. Moderne Kunst – Nieuw en Oud liep vooruit op baanbrekende en veel bediscussieerde tentoonstellingen als Primitivism in 20th Century Art in het Museum of Modern Art in New York (1984) en Magiciens de la Terre in Centre Pompidou, Parijs (1989).

Moderne Kunst – Nieuw en Oud leidde in het Stedelijk echter niet tot meer verzamelen van kunst uit de gedekoloniseerde regio’s, uit ‘de rest’ van de wereld. Dat blijkt uit de affiches en fotografie uit de eigen collectie. Hieruit doemt een wereld op die eerst wordt bezien met een exotische blik en later vooral in beeld wordt gebracht vanwege armoede, oorlog, apartheid en ellende. Pas vanaf de late jaren ‘80 kwam er in het Stedelijk meer aandacht voor hedendaagse kunst uit zulke gebieden, maar tot recent met geringe invloed op de collectievorming. Dat is typisch voor veel musea voor moderne kunst in Europa in het algemeen, zo bleek op de driedaagse conferentie Collecting Geographies die plaats had in het Stedelijk in maart dit jaar. Daar komt nu – in navolging van andere grote musea als Tate Modern en Centre Pompidou – verandering in.

Hoezeer valt deze geschiedenis van geografische uitsluiting te rijmen met de universele waarden die we de kunst gewoonlijk toedichten? En hoe moeten we ‘globale kunst’ selecteren? Een urgente kwestie, in een groter en meerstemmiger wordende kunstwereld. HOW FAR HOW NEAR is slechts een eerste aanzet tot een omgang met zulke vraagstukken. De titel van de tentoonstelling is afgeleid van een recent verworven textiele installatie van de Ghanese kunstenaar Dorothy Akpene Amenuke uit 2012. Dit prominente werk, al geruime tijd een eyecatcher in de eerste tentoonstellingszaal in het Stedelijk, toont de problematiek van culturele classificaties in een wereld die al eeuwenlang wordt gedomineerd door intercontinentale handel, kolonisatie en migratie.

HOW FAR HOW NEAR bevat, naast vele foto’s en affiches uit de collectie, werk van ‘klassiekers’ als Roger Bissière, Paul Klee, Jacques Lipchitz en Mario Merz, en hedendaagse kunstenaars als Iris Kensmil, Malick Sidibé, Michael Tedja en Vincent Vulsma. In twee separate fotokabinetten worden series werken getoond van Ad van Denderen, Walid Raad, Koen Wessing en een recente aanwinst van Alfredo Jaar.

Kunstenaars in How far how near
Roger André Bissière | Mario Merz | Willi Baumeister | Jacques Lipchitz | Paul Klee | Michael Tedja | Marlene Dumas | Tito Zungu | Paul Schuitema | Malick Sidibé | Vincent Vulsma | Abdoulaye Konaté | Billie Zangewa | Godfried Donkor | Lidwien van de Ven | Iris Kensmil | Dorothy Akpene Amenuke | Meschac Gaba | Alfredo Jaar | Koen Wessing | Ad van Denderen | Walid Raad | Guy Tillim | David Goldblatt | Grapus | Gordon Parks | Cas Oorthuys | Ian Berry | Henri Cartier-Bresson | William Irwin | Ed van der Elsken | Danny Lyon | Robert Lebeck | Robert Mapplethorpe | Sem Presser | George Rodger | Eddy Posthuma de Boer | Willem Diepraam | Gerard Fieret

Stedelijk Studies nr. 1
In november verschijnt de eerste editie van Stedelijk Studies, het kunstwetenschappelijke e-magazine van het Stedelijk Museum. Het eerste nummer bevat een diverse selectie aan papers naar aanleiding van de conferentie Collecting Geographies: Global Programming and Museums of Modern Art die het Stedelijk afgelopen maart hield in het kader van Global Collaborations. De conferentie was een samenwerking met Museum Folkwang, Essen, Moderna Museet, Stockholm, het Tropenmuseum in Amsterdam en het ACGS/ASCA.

Over Global Collaborations
De tentoonstelling HOW FAR HOW NEAR is onderdeel van het driejarige project Global Collaborations van het Stedelijk Museum dat begin 2013 van start ging. Het doel ervan is een goed geïnformeerde en genuanceerde blik te vormen op de ontwikkelingen in de hedendaagse kunst vanuit een mondiaal perspectief. Met Global Collaborations richt het Stedelijk de blik op ontwikkelingen in de beeldende kunst wereldwijd, met een speciale focus op opkomende regio’s als Afrika, het Midden-Oosten en Zuidoost Azië. Het project is gebaseerd op samenwerkingsverbanden met experimentele en veelzijdige kunstinstellingen en omvat tentoonstellingen, publicaties, evenementen, een online platform en activiteiten van de Blikopeners.

Het Global Collaborations Journal is het online platform op de website van het Stedelijk waarop een (inter)nationaal team van schrijvers doorlopend publiceert over diverse aspecten van Global Collaborations. Met onder meer achtergrondinformatie bij de verschillende projecten, interviews, reisverslagen, besprekingen van de tentoonstellingen. Het Journal is hier te vinden op de site van het Stedelijk.



Museologie / Global Art History /

Netwerk


Jelle Bouwhuis

PhD researcher

Magazine