Over de rol van kunst in een globaliserende samenleving

Framer Framed

Sarah Klerks, Hacking History (2012), Framer Framed. Foto: Rogier Fokke

Een koloniale wond, door Sarah Klerks

Het is vandaag 5 mei 2012 en ik ben door Framer Framed gevraagd een speech te houden voor dit Monument Indië Nederland, voorheen bekend als het Van Heutsz-monument aan de Apollolaan in Amsterdam. Allereerst wil ik de mensen van Framer Framed bedanken voor de uitnodiging en daarmee de mogelijkheid om hier te spreken.

De ouders van mijn vader kwamen hier in de jaren ’50 als zogenaamde repatrianten uit de voormalige kolonie Nederlands-Indië. Hun heimwee en Indisch-zijn heb ik geërfd. En als derde generatie Indische-Nederlander, of liever ‘Indo’, sta ik hier om mijn kijk te geven op dit monument. Daar bij moet ik zeggen dat ik, hoewel ik een derde generatie Indo ben en vanuit die positie spreek, niet spreek namens alle Indo’s of alle andere derde generatie Indo’s.

In 2001 werd na veel overleg besloten de naam te veranderen van Van Heutsz-monument naar Monument Indië Nederland. Dit monument is in deze stad een uniek geval, aangezien het altijd, als sinds de totstandkoming 1935, voor ophef heeft gezorgd en uiteindelijk dus leidde tot een naamswijziging en uitbreiding. 

De geschiedenis van dit monument en de uiteindelijke wijzigingen vind ik typerend voor de status van het verwerkingsproces van het koloniaal verleden in de Nederlandse cultuur. Dat het Van Heutsz plakkaat eraf is gehaald en dat de naam is veranderd is ergens wel begrijpelijk en ik begrijp ook waar dit vandaan komt. Maar een volwassen manier om te gaan met het koloniaal verleden van Nederland vind ik het niet. Ik zal jullie uitleggen hoe het monument op mij overkomt en waarom ik vind dat uit dit monument blijkt dat Nederland kennelijk niet weet hoe ze haar koloniaal verleden moet verwerken.

Iratxe Jaio en Klaas van Gorkum, Kepala Batu (Hoofd van steen), 2012. Foto: Rogier Fokke / Framer Framed

Mijn ervaring
Officieel zou het Indië Nederland Monument het volgende moeten uitbeelden: ‘Een gedenkteken dat de relatie tussen Nederland en Indië tijdens de koloniale periode in herinnering roept.’ Dit is wel heel vage doelstelling, zonder enige uitspraak over de koloniale periode.

Het monument zorgt bij mij ervoor dat ik merk dat ten eerste mijn realiteit als lid van een postkoloniale minderheid niet weerspiegeld zie worden. De ‘koloniale periode’ roept bij mij namelijk heel veel op en het bepaalt mijn dagelijkse realiteit, ik kan daar niet aan ontsnappen. Dit monument lijkt het enkel als een historisch gegeven te beschouwen, terwijl het voor mij nog heel hedendaags is.

Ten tweede spreekt de dominante cultuur zich niet uit over het koloniaal verleden. Het is duidelijk dat dit monument hier geplaatst is door de gevestigde orde. De staat of het establishment die onderdeel uitmaken van de dominante cultuur hebben ervoor gekozen zich in neutrale termen te uiten over deze geschiedenis. Zoals ik hierboven zei dat komt niet overeen met mijn realiteit en hoe ik het ervaar, maar een ander aspect van deze neutrale formulering is dat ook deze neutraliteit een politieke keuze is die veelzeggend is. Als je daadwerkelijk iets wil verwerken moet je de confrontatie met het probleem aangaan. Op dit moment wordt er alleen gezegd: ‘Ja, er was zoiets als een koloniale periode. Doe er mee wat je wilt.’

Hoe om te gaan met het koloniaal verleden
Ik zal duidelijk met jullie zijn. Ik ben niet trots op het koloniaal verleden van Nederland. Ik zou wensen dat het nooit gebeurd was. Toch is het gebeurd en sta ik als product van deze geschiedenis voor jullie. Hoe gaan we hier mee om? Wat ons te doen staat is ten eerste volledig deze koloniale geschiedenis van Nederland te erkennen. Maar dit is niet genoeg. Ook dient te worden erkend dat door dit koloniaal verleden Nederland een geprivilegieerde positie kent ten opzichte van de gekolonialiseerde gebieden. Ook vandaag nog. En ook binnen de Nederlandse maatschappij kennen zij die bij de dominante Nederlandse cultuur horen eveneens een geprivilegieerde positie. Wat dat betreft zijn koloniale dynamieken niet verdwenen na de de-kolonisatie.

Toekomst van het monument
Dat het openlijk vereren van een oorlogsmisdadiger in de publieke ruimte niet zomaar door kon gaan, daar ben ik het mee eens. Althans, voor een deel. Wat ik zou willen is dat het gewoon het Van Heutsz-monument heet, wat mij betreft met het plakkaat er weer bij, maar, en dit is een heel belangrijk verschil: met vermelding van de oorlogsmisdaden die door Van Heutsz zijn gepleegd.

Hierdoor verdoezel je de geschiedenis niet, maar erken je wat er gebeurd is. En je neemt  de verantwoordelijkheid bewust op je door te zeggen, het mag blijven staan, we zijn er niet trots op, dit en dit heeft hij gedaan, en met deze zwarte bladzijde uit de geschiedenis in ons collectief geheugen gaan wij toch verder.

Dus voorbij schaamte en schuldgevoel, de verantwoordelijkheid durven nemen. Dat is een volwassen manier om om te gaan met het koloniaal verleden. Nu is het een vorm van ontkenning of vergoelijken van het koloniaal verleden door het te neutraal voor te stellen.

Als het monument weer het Van Heutsz-monument zou heten met de vermelding van de misdaden die hij begaan heeft, geeft me dat weer de mogelijkheid om boos te worden. Die mogelijkheid wordt mij bij dit monument impliciet ontnomen. Dit voelen van boosheid en pijn lijkt mij een gezonde manier om het verleden te verwerken. Dit moet eerst gebeuren, voordat we in neutrale vage termen over het koloniale verleden gaan praten. Wat er nu met het monument is gebeurd is een verkapte vorm van ontkennen. Het wel benoemen, maar je er niet over uitspreken. Nu het monument is veranderd is er niet gewerkt naar een blijvende oplossing. Ik zit nog steeds met een gevoel van onrechtvaardigheid en boosheid over wat er in het verleden is gebeurd, maar kan daar mee niet bij dit monument terecht. Dit, omdat het veel te algemeen is en er door de wijziging een stuk geschiedenis is uitgewist. Een geschiedenis die in mijn ogen pijnlijk en beschamend is, maar daardoor des te meer benoemd dient te worden.

Nu is het koloniaal verleden een etterende wond die niet schoongemaakt is maar waar wel al verband om heen is gedaan. Door de verwijdering van Van Heutsz en het niet vermelden van de oorlogsmisdaden die heeft begaan, zal dit monument in ieder geval niet bijdragen aan het helen van de koloniale wonden.

Het monument opnieuw weer veranderen is misschien geen reële optie. Mocht dat niet gebeuren, wees niet getreurd! Er zijn ‘gelukkig’ nog genoeg andere plekken in Amsterdam waar helemaal geen discussie over lijkt te zijn, maar die net zo goed het kolonialisme en haar misstanden verheerlijken. Zo is J.P Coen, ook een klassieker uit het rijtje oorlogsmisdadigers in de Nederlandse koloniale geschiedenis, te vinden op de Beurs van Berlage en op heel veel plekken in het Koninklijk Instituut van de Tropen. Daarnaast wordt op de achtergevel van het Paleis op de Dam op klassieke wijze uitgebeeld hoe Nederland profiteert van haar koloniën. En mocht je Van Heutsz missen, dan is er altijd nog zijn Praalgraf op de Nieuwe Oosterbegraafplaats.

Ik vind niet dat iedereen maar vrij mag invullen waar dit monument voor staat, aangezien er nog te veel koloniaal leed niet benoemd is. Voor mij staat dit monument voor het onvermogen van Nederland om hier mee om te gaan.

Mijn mening is dus dat dit Monument Indie Nederland symptomatisch is voor het verwerkingsproces van het koloniale verleden van Nederlands-Indie. Ik zou willen dat dit monument, hoe pijnlijk en beschamend het ook is, weer het Van Heutsz-monument heet met vermelding van zijn oorlogsmisdaden. Hierdoor moet Nederland zich uitspreken over dit verleden en kan er op een volwassen en eerlijke manier met dit verleden om worden gegaan.

Tot slot, vat ik deze stand van zaken ook op als een waarschuwing. Ik ben gewaarschuwd dat ik als lid van een postkoloniale minderheid misschien moet stoppen te gaan verwachten dat monumenten er ook voor mij zijn en mijn perspectief zullen bevestigen. Deze monumenten komen voort uit de gevestigde orde en zijn voor de gevestigde orde. Maar ondertussen blijft de koloniale wond broeien.

Sarah Klerks
studeerde aan de Universiteit van Amsterdam en schrijft voor Indisch 3.0


Achtergrond
Deze lezing was onderdeel van een bijeenkomst Hacking History – Een open brainstorm over de relatie tussen Nederland en Indië en haar representatie in de openbare ruimtedie Framed Framed en het Amsterdams 4 en 5 mei comité op 5 mei 2012 organiseerden bij het Monument Indië Nederland aan de Apollolaan in Amsterdam. Hacking History is onderdeel van de stedelijke programmering op Bevrijdingsdag 2012.

 



Indonesië / Koloniale geschiedenis /

Agenda


Hacking History
Een brainstorm over de relatie tussen Nederland en Indië en haar representatie in de openbare ruimte.

Netwerk


Sarah Klerks


Magazine